Werkgroep mossen
Wist je dat er in Limburg een 600-tal verschillende soorten mossen voorkomen?
De vrijwilligers van Bryolim - de Limburgse mossenwerkgroep - onderzoeken het voorkomen van mossen in onze provincie.
Mossen of bryophyta: dat zijn die vervelende plantjes die onze daken en gazons "verstoren". Gelukkig is de lijst van zogenaamde vervelende soorten zéér kort.
De mossenwereld is namelijk heel verscheiden en divers. Mossen komen voor in veel verschillende vormen, kleuren, groottes, levenswijzen en zelfs voortplantingsstrategieën.
"We trekken er regelmatig op uit om zoveel mogelijk van die soorten te ontdekken en te leren kennen. Iedereen kan mee op pad: beginners én ervaren onderzoekers.
De meeste mossen zijn typisch voor bepaalde vegetaties en ondergronden: er zijn bijvoorbeeld soorten die we enkel op dood of rottend hout aantreffen, of op steen."
Veldonderzoek en determinatieavonden
De activiteiten van deze werkgroep lopen uiteen, van veldonderzoek tot determinatieavonden:
- veldonderzoek naar de verspreiding van soorten
- veldonderzoek naar specifieke biotopen
- determinatieavonden. Tijdens een determinatieavond werken de vrijwilligers met binoculairs en microscopen: ze maken coupes, preparaten en kleuringen, en doen microscopische determinaties.
Doe mee
Ben jij ook zo geboeid door mossen? Sluit je dan aan bij de werkgroep.
In de herfst, de winter en het voorjaar organiseren we twee keer per maand een activiteit. Iedereen is welkom: van startende vrijwilligers tot ervaren onderzoekers.
Het enige dat je als startende onderzoeker nodig hebt is een goede inslagloep (vergroting van 15 tot 20x). Alle andere materialen die je nodig hebt tijdens een determinatieavond stelt het Provinciaal Natuurcentrum ter beschikking.
Zin om samen met ons de Limburgse natuur te onderzoeken?
Ben jij gebeten door natuur én wil je het verschil maken voor de Limburgse natuur? Dan ben je de geknipte LIKONA-vrijwilliger.
Als LIKONA-vrijwilliger trek je samen met andere natuurliefhebbers de natuur in en help je met determinaties of met het verwerken van de onderzoeksresultaten. Uiteraard kies je zelf welke werkgroep je het meeste aanspreekt.
