Ga verder naar de inhoud

Negenogen uit de Ziepbeek en de Asbeek

Artikel uit het LIKONA-jaarboek 2005

Denayer Bart en Gaethofs Thierry

Senioren herinneren zich nog heel goed uit hun jeugdjaren in welke Limburgse beekjes vroeger Beekprikken leefden. In grootvaders tijd gaven ze deze bizarre wezentjes roepnemen mee zoals 'negenogen', 'zandwormen', 'steenbijters' of zelfs 'tenebijters' (Gaethofs & De Vocht, 2002).

'Negenogen' vangen met de blote hand of met een keukenzeef maakt nog altijd deel uit van het collectieve geheugen van de oudere generatie, maar is in de beginjaren van het nieuwe millennium pure nostalgie geworden. Klassieke waterbeheersings- en onderhoudswerken, ruilverkavelingen 'oude stijl' en een cocktail van industriële, agrarische en huishoudelijke vervuiling luidden de zwanenzang in van de Beekprik in vele Limburgse waterlopen.

Gelukkig is de soort niet volledig van de kaart geveegd. Enkele waterlopen op en rond het Kempens Plateau herbergen nog geïsoleerde beekprikpopulaties; Twee van deze beken zijn de Ziepbeek en de Asbeek, gelegen op de steilrand van het Kempens Plateau in de gemeente Lanaken. Dit artikel beschrijft kort de hydrografie en beekdynamiek van de Asbeek en de Ziepbeek. Vervolgens wordt in detail ingezoomd op de uitwendige kenmerken van de Beekprik en wordt een woordje uitleg gegeven over de levenswijze van deze rondbeksoort.

Verder worden de actuele status en huidige verspreiding van de restpopulaties weergegeven. Finaal worden de bedreigingen en de hierop volgende beschermingsmaatregelen op een rijtje gezet.

Doe mee

Samen zetten we onze schouders onder een groene en duurzame provincie.