Ga verder naar de inhoud

Wild van bijen

Wist je dat er in Limburg 260 soorten wilde bijen voorkomen, waarvan 33% in meer of mindere mate bedreigd is?

Met deze tips maak je van je tuin of je speelplaats een bed and breakfast voor bijen.

Zorg voor nestgelegenheid

Kies inheems
Plant bij voorkeur inheemse of Europese bloemen, struiken en bomen. "Onze" bijen zijn namelijk gewend aan (West-)Europese planten en hebben vaak moeite of zijn zelfs niet in staat om te foerageren op planten van buiten hun areaal. De inheemse bijenfauna wordt dus het best bediend wanneer in tuinen en plantsoenen met een "bekende" flora wordt gewerkt. Die flora hoeft niet per se uit België te komen. Zeker voor het stedelijke gebied mag de flora ook uit het mediterrane gebied stammen (denk aan lavendel, nepeta, foeniculum, grotere alliumsoorten).

Zorg voor golvende struweel- en bosranden
Struiken en bosjes zijn vaak kaarsrecht begrensd. Door te zorgen voor golvende randen ontstaan warme, luwe inhammen die voor allerlei bijen en andere warmteminnende ongewervelden heel belangrijk zijn.

Laat gazons en grasvelden bloeien
Door iets minder te maaien, niet te bemesten en geen herbiciden te gebruiken kunnen gazons bloemrijk zijn en toch een gazonkarakter hebben. Vooral paardenbloem, witte klaver, kruipende boterbloem, madeliefje, draadereprijs, gewone brunel en pinksterbloem komen dan tot bloei.

Plant meerjarige perkbloemen in plaats van eenjarige bloeiers
Vaste (liefst inheemse) planten in bloemborders zijn doorgaans beter voor de ontwikkeling van een stabielere bijenfauna dan éénjarige planten of bloemenmengsels.

Zorg voor natuurlijke overgangen
Door natuurlijke overgangen toe te laten kan je de bijendiversiteit aanzienlijk vergroten. Denk bijvoorbeeld aan ruiger grasland, ruigten, zomen en struwelen op de overgang naar bosplantsoenen of bloemrijke oevervegetaties op de overgang van gazon naar vijver.

Gebruik geen houtsnippers in plantsoenen of op onverharde paden
Overtollig hout wordt vaak versnipperd en over de bodem of paden verspreid. Daarmee verdwijnen kostbare nestplaatsen. Bovendien zorgt de vertering van de snippers voor een sterke verruiging. De snippers kunnen beter op één of enkele hopen worden opgeslagen of afgevoerd. Een andere optie is het houtsnoeisel te stapelen.

Laat moestuingroenten af en toe bloeien
Dat trekt veel bijen aan. Dit geldt vooral voor ajuin, prei, venkel, radijs en kool.

Woon je in de stad? Overweeg een groendak
Groendaken zorgen voor een beter voedselaanbod voor bijen in de stad.

én eetgelegenheid

Creëer hellingen en steilwanden
In grotere steden zijn er vaak geluidswallen en verhoogde taluds te vinden. Maar je kan ook (kleine) steilwanden voor bijen te maken.

Boots leemwanden na in bijenhotels
Je kan leemwanden nabootsten door bakken gevuld met leem in bijenhotels aan te brengen of door de bijenhotels van leemwanden te voorzien. Deze kunstmatige nestgelegenheid wordt doorgaans sneller gekoloniseerd wanneer gaten van verschillende diameters worden voorgeboord in de leem.

Laat dode en stervende bomen staan
In de plaats van dode of stervende bomen te verwijderen, kan je ze net zo goed van hun dode takken ontdoen (voor de veiligheid). De stam kan zodanig worden ingekort dat omvallen geen risico meer vormt. Een stam van één meter hoog kan veel bijennesten herbergen.

Zorg voor dode bomen met veel zon
Dood hout dat vrij staat en zonbeschenen is, is schaars. Daarom is het interessant om dode bomen in de randen van een bosplantsoen wat ruimte te geven. Dit gebeurt door de omringende begroeiing te kappen of te zagen.

Plaats een bijenhotel
Bijenhotels plaatsen of bundels holle (bamboe)stokjes ophangen kan overal en is bovendien educatief.

Plant struiken met merghoudende stengels
Inheemse merghoudende struiken passen prima in stedelijk groen. Vooral wanneer er wat dood hout in de struiken mag blijven, vormen die struiken prima bovengrondse nestgelegenheden voor wilde bijen.

Doe mee

Samen zetten we onze schouders onder een groene en duurzame provincie.