Ga verder naar de inhoud

Weesbomen - eenzaam of toch niet?

Een boom die moederziel alleen in een veld staat… zielig? Helemaal niet, ontdekte Julie Bosmans, studente Groenmanagement aan PXL Hogeschool. Zij deed bij het Provinciaal Natuurcentrum haar bachelorproef rond ‘weesbomen’ en stootte op een verborgen rijkdom aan leven. Een gesprek over solitaire reuzen in ons landschap.

Julie, wat moeten we ons precies voorstellen bij een ‘weesboom’?

“Een weesboom is meer dan zomaar een boom in een veld. Het gaat om een echte solist: een boom die zo ver van andere bomen of struiken staat, dat hij – mocht hij omvallen – niets anders zou raken. Hij maakt geen deel uit van een rij of een bosrand, maar is een individu dat alle ruimte krijgt om uit te groeien tot een brede, imposante reus.

In de literatuur vind je ook de termen ‘weidebomen’ of ‘paddockbomen’, maar in mijn bachelorproef gebruik ik bewust de term ‘weesboom’. Die legt de nadruk op de vaak vergeten, maar cruciale biologische waarde die deze solitaire bomen hebben. Het begrip zelf is trouwens in het Provinciaal Natuurcentrum ontstaan. Ik mocht mee de definitie scherpstellen.”

Hoe kwam je bij dit onderwerp terecht?

“Eerlijk gezegd vooral door mijn stageplaats. Het Provinciaal Natuurcentrum sprak me aan omdat ze met veel biodiversiteitsprojecten bezig zijn. Het leek me de ideale plek om ervaring op te doen én om interessante mensen te ontmoeten. Het PNC zocht iemand die dit nieuwe thema wou onderzoeken, en dat voelde meteen als een match.”

Hoeveel weesbomen heb je onderzocht?

“Mijn projectgebied lag in zes Limburgse gemeenten: Lummen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Zonhoven, Hasselt en Genk. Daar selecteerde ik dertig geschikte weesbomen uit meer dan 150 potentiële kandidaten. Uiteindelijk koos ik vier bomen voor diepgaand onderzoek: twee in Bokrijk (Genk) en twee in de Vallei van de Mangelbeek (Heusden-Zolder).”
 

Waarom verdienen weesbomen eigenlijk meer aandacht?

“Omdat hun waarde vaak onderschat wordt. Er is nog maar weinig onderzoek naar solitaire bomen en daardoor verdwijnen ze soms onterecht. Hun rol voor biodiversiteit wordt gemakkelijk over het hoofd gezien.

Weesbomen bieden niet alleen schaduw of schuilplekken, ze herbergen ook een schat aan soorten. Denk aan vogels die er nestelen of insecten die zich in dode houtdelen ontwikkelen. Zeker in tijden van klimaatverandering is het belangrijk om hun bijdrage beter in kaart te brengen.”

Wat waren de opvallendste resultaten van jouw onderzoek?

“Tijdens mijn veldwerk telde ik 17 vogelsoorten in de onderzochte weesbomen, van zingende zangvogels tot foeragerende roofvogels. Trailcamera’s legden reeën en vossen vast – onder één boom werd zelfs een pasgeboren reekalf gevonden. In de vegetatie rond de bomen zaten verschillende amfibieën

Het meest indrukwekkend waren misschien de ongewervelden: op twee maanden tijd inventariseerden we 3.000 exemplaren, waaronder 66 spinnensoorten en 87 keversoorten. Vijftien daarvan staan op de Rode Lijst van Vlaanderen. Vooral soorten die afhankelijk zijn van dood hout of schors tonen hoe belangrijk de hele boom – ook zijn ‘oude’ delen – kan zijn. 

Daarnaast keken vrijwilligers ook nog naar andere soortgroepen zoals mossen en paddenstoelen."

Wat gebeurt er verder met dit onderzoek?

“Het project loopt door.  Joris Vanhove een student van Groenmanagement PXL zet het onderzoek verder en met zijn gedrevenheid gaat er zeker nog veel nieuws tevoorschijn komen. Het doel is om een jaar lang data te verzamelen, zodat we een vollediger beeld krijgen van de biologische waarde. Uiteindelijk zullen de resultaten gepubliceerd worden.”

Welke toekomst zie je voor weesbomen?

“Hopelijk worden ze niet langer gezien als ‘eenzaam’, maar erkend als belangrijke schakel in ons landschap. Beleidsmatig zou bescherming zeker zinvol zijn, want de eerste resultaten tonen aan dat er zeldzame soorten van afhangen.

Daarnaast hoop ik dat dit thema verder onderzocht wordt – in andere regio’s of in stedelijke en landbouwomgevingen. In het onderzoek zijn er nu ook twee bomen in Hasselt in stedelijke omgeving meegenomen in het onderzoek, dat zal zeker voor nieuwe inzichten zorgen over stadsnatuur. Daar kan de impact van één boom zelfs groter zijn, omdat die vaak als enige stapsteen fungeert in een sterk verarmd gebied.”

op foto: gewone mijnspin (Atypus affinis)

Nog een laatste boodschap?

“Mijn bachelorproef was maar een startpunt. Het Provinciaal Natuurcentrum en collega-onderzoekers bouwen hierop verder. Er is dringend nood aan meer kennis en beleid rond solitaire bomen. We moeten ze niet alleen koesteren om hun schoonheid, maar ook om hun bijdrage aan biodiversiteit en klimaatbestendigheid.”

 

Bedankt Julie voor je mooie bachelorproef en succes met je verdere studies Bos- en Natuurbeheer….

Het project loopt door

Na de bachelorproef van Julie blijft dit onderzoek doorlopen. Zo was er in de zomer van 2025 al een vleermuisstudie en de lijst van ongewervelden groeide intussen aan tot 350 soorten (met vlinders, wantsen en wespen). Het onderzoek kijkt nu ook naar twee stadsbomen in Hasselt. Dit moet inzichten opleveren rond stadsnatuur. 

Gerelateerde projecten

Doe mee

Samen zetten we onze schouders onder een groene en duurzame provincie.