Ga verder naar de inhoud

Stille waters doorgronden: tips voor een fitte vijver

Droom jij ook van een fitte (tuin)vijver?

Met deze tips geniet je binnenkort van een gezonde en superfitte vijver.

Planten, bacteriën, een goede waterkwaliteit, waterdiertjes en voedsel vormen dé basis van een fitte vijver waar je van kan genieten en waar planten en dieren zich goed voelen.

Algen en kroos

Een beetje algen en kroos zijn normaal. Maar in een vijver "uit evenwicht" zijn er te veel algen en kroos.

Die drijvende plantjes zijn dan bevoordeeld t.o.v. andere planten omdat ze met hun wortels meteen voedsel opnemen uit het water. Soms treedt er ook oververhitting op, leven er weinig andere plantensoorten en/of zijn er geen plantengrazers in de voedselketen aanwezig.

Door het teveel aan algen krijgen andere waterplanten onvoldoende licht en kwijnen ze weg.

Amfibieën

Amfibieën zijn koudbloedige, gewervelde dieren die zowel op het land als in het water leven. De bekendste voorbeelden zijn de kikker en salamander.

Ze leven als jong in het water en ademen dan door kieuwen. Als ze volwassen zijn, ademen ze door longen en kunnen ze zich op het land begeven. De meeste amfibieën hebben een slijmerige weke huid.

Bacteriën

Bacteriën maken deel uit van het leven in het water. Ze zorgen ervoor dat zuiveringsprocessen kunnen plaatsvinden.

Gebruik dus geen bacteriedodende chemische producten zoals chloor.

Beplantingsmat

Een beplantingsmat is een kunststof of jute strook die je over de vijverranden heen legt. Water en plantenwortels gaan er makkelijk doorheen.

Deze matten gebruik je om bepaalde waterplanten te laten groeien op een vijveroever. Ze zijn ideaal om lelijke zwarte randen een natuurlijk uiterlijk te geven. Een bijkomend voordeel is dat amfibieën, vogels of egels gemakkelijk in en uit je vijver kunnen.

Bomen en struiken

Een beetje schaduw door bomen en struiken op de oever is goed voor sommige waterkevers en libellen.

Vermijd wel teveel bladafval in het water.

Diepte van de vijver

Om gezond te zijn moet je vijver diep genoeg zijn en tegelijkertijd een ondiep deel hebben.

In het diepere gedeelte (tussen 80 - 115 cm) kunnen dieren overwinteren in de vorstvrije bodemlaag. Het ondiepe stuk warmt sneller op en is de ideale plek waar diertjes hun eitjes kunnen afzetten om er te ontwikkelen.

Dikkopjes

Dikkopjes zijn de larven van kikkers of padden. Ze starten als een doorzichtig eitje en worden later dikkopjes. Dikkopjes kennen verschillende stadia:

  • van kop en staart
  • naar kop, staart en achterpoten
  • dan naar kop, staart, voorpoten en achterpoten
  • het laatste stadium waarin de staart verdwijnt en de dieren longen krijgen

Ecologisch evenwicht

Een gezonde vijver heeft een goed evenwicht tussen planten, dieren en waterkwaliteit. Maar wat bedoelen we met evenwicht?

Een voorbeeld: er zijn genoeg slakken aanwezig die algen en rottende plantenresten opeten, maar ook weer niet zoveel dat ze de gezonde planten aantasten. Dit is mogelijk als slakken een natuurlijke vijand in de vijver en tuin hebben. Als een vijvereigenaar zelf de slakken bestrijdt, gebeurt dat meestal te drastisch. Hierdoor verdwijnt het evenwicht en krijg je meer rottend plantenmateriaal en algen.

In een goed ontworpen en beheerde vijver en omgeving ontstaat altijd een natuurlijk evenwicht. Als vijvereigenaar heb je dan het minste werk en het meeste plezier aan je vijver.

Egels

Egels zijn heel nuttige dieren in je tuin.

Ze kunnen een beetje zwemmen, maar het zijn geen natuurlijke waterdieren. Als je vijver geen lage oeverranden of begroeiingsmatten heeft kunnen egels, muizen of vogels moeilijk weer uit het water geraken. Voorzie in dat geval best een plank.

Fytoplankton

Algen en blauwalgen (bacteriën) behoren tot het fytoplankton.

Fytoplankton speelt een zeer belangrijk rol als zuurstofproducent en als voedselbron van zoöplankton en andere dieren.

Grootte van de vijver

De ideale vijver is 25 tot 100 m² groot.

Hoe groter de vijver, hoe beter. Denk er wel aan dat vijvers groter dan 30 m² een stedenbouwkundige vergunning vereisen.

Hardheid van het water

De hardheid is een maat voor het aanwezig zijn van magnesium- en calciumcarbonaat, beter gekend als kalk. De hardheid van het water beïnvloedt het zuiveringsproces.

De belangrijkste waarden voor vijverwater zijn: de totale hardheid (GH-waarde) en de karbonaathardheid (KH-waarde). Deze kun je controleren met strips die in de handel te verkrijgen zijn.

Invasieve exoten

Deze planten en dieren komen van nature niet bij ons voor. De meeste uitheemse soorten kunnen niet overleven in onze natuur. Ze vormen geen plaag of richten geen schade aan. Maar wanneer de uitheemse soort zich wel vestigt én zich sterk uitbreidt, kan er schade of overlast ontstaan. Dan spreken we van een "invasieve" uitheemse soort of "invasieve exoot".

Een bekend voorbeeld is de Amerikaanse brulkikker. Die eet alles op wat hij in zijn mond kan steken (ook inheemse kikkers, salamanders en zelfs muisjes). Een ander voorbeeld is parelvederkruid, dat in een mum van tijd een hele vijver kan overwoekeren.

Wil je de meest voorkomende soorten leren herkennen? Download dan de "Soortengids invasieve exotische waterplanten".

Kikkerdril

Een bekend fenomeen in de lente zijn de gelatineachtige, doorschijnende eitjes met dikwijls in het midden een dikke zwarte stip. Uit deze stip groeien na enkele weken de dikkopjes.

  • Kikkerdril van de bruine kikker herken je als een grote hoop blubberige eitjes die vaak langs de kanten in plassen of tussen de planten drijft.
  • Kikkerdril van de groene kikkers zijn eiklompjes die vanboven donker gekleurd zijn en vanonder roomkleurig zijn. Omdat de eiklompjes veelal op een donkere ondergrond van waterplanten drijven, zijn ze van boven door het reflecterende wateroppervlak nauwelijks nog te zien.

Kikkers

In Vlaanderen leven 5 kikkersoorten:

  • de poelkikker (kleine groene kikker)
  • de bastaardkikker (middelste groene kikker)
  • de meerkikker (grote groene kikker)
  • de bruine kikker
  • de boomkikker
  • de heikikker.

Deze heikikker is heel zeldzaam. De boomkikker was sterk bedreigd, maar door natuurbeschermingsacties komt deze kikker in sommige gemeenten ook terug in tuinen voor.

Lichtdoorlaatbaarheid van het water

Helder water is belangrijk voor de ontwikkeling en leefomstandigheden van onderwaterplanten en dieren: zonlicht (energie) moet diep kunnen doordringen in het water, liefst tot op de bodem.

Troebel water ontstaat onder andere door bodemwoelende vissen zoals karpers, te veel voedingsstoffen, te veel algen, veel afgevallen takjes en bladeren in het water.

Moerasplanten of amfibieplanten en planten met ondergedoken bladeren

Moerasplanten en planten met ondergedoken bladeren zijn heel belangrijk voor het leven in het water. Ze zorgen namelijk voor zuurstof en algenremmende stoffen.

Laat aan de rand van je vijver dus zeker een strook wilde planten staan. Deze strook houdt bladeren uit je vijver en biedt beschutting aan insecten en amfibieën die in je vijver leven.

Oevers

Leg je oevers bij voorkeur glooiend aan. Zo krijgt de vijver een ondiep deel én kunnen dieren het water vlot in en uit.

Dat laatste kun je ook bekomen door een boomstronk of ruwe stenen in het water te leggen.

Omgeving van de vijver

Ook de omgeving van je vijver is belangrijk. Heel wat dieren brengen een groot deel van hun leven buiten het water door (amfibieën, libellen, …).

Zorg voor kleine rommelhoekjes, takkenwallen, hagen, inheemse en streekeigen planten. Gebruik geen gif en bestrijdingsmiddelen.

Ondergedoken zuurstofplanten

Zuurstofplanten vullen de hoeveelheid zuurstof in je vijver aan. Dat is nodig, want in elke vijver wordt zuurstof verbruikt bij de vertering van plantmateriaal. Zeker als er vissen in de vijver leven, zijn zuurstofplanten onmisbaar.

Een goede regel is: vijf bundeltjes planten per vierkante meter wateroppervlak. Weet dat je waterplanten geregeld ook eens moet uitdunnen. Let wel op met invasieve exoten (parelvederkruid, waterpest, …), want deze soorten worden nog altijd verkocht en aangeprezen. Ze woekeren echter zeer sterk in je vijver en je krijgt ze bijna niet meer weg.

Padden

De bekendste pad is ongetwijfeld de "gewone pad", een vrij grote, plompe pad met een opvallend wrattige huid. De vrouwtjes zijn vaak groter dan de mannetjes. Daarnaast heb je nog de vroedmeesterpad en de rugstreeppad.

Wanneer in de lente de padden gaan paren, zie je her en der langs de wegen wel waarschuwingsborden staan, of tijdelijke lage afsluitingen waar padden verzameld worden. Dit komt omdat padden tijdens het paarseizoen naar het water trekken. De rest van het jaar kun je ze bijna overal tegenkomen.

De meeste padden produceren, wanneer ze lastig gevallen worden door een roofdier of door de mens, een irriterend gif. Opgelet dat je dat niet in je ogen wrijft!

Plankton

Kleine planten en dieren die rondzweven in het water noemen we plankton.

Plankton vormt een belangrijk deel van het waterleven, want het dient in de meeste gevallen als voedsel voor veel insecten (larven), vissen en amfibieën. Zoöplankton is ook heel belangrijk als opruimer in de vijver.

Sliblaag

Om de opstapeling van voedingsstoffen in je vijver tegen te gaan, verwijder je het bodemslib best om de drie à vijf jaar.

Doe dat bij voorkeur in september of oktober en in stapjes. Ruim eerst de ene helft van de vijver op en het jaar daarop de andere helft.

UV-straling op je vijver

UV-stralen hebben een effect op alles wat leeft, maar ook op vijverfolie. De meeste vijverfolies zullen onder invloed van ultraviolette stralen langzaam afbreken.

Dit proces duurt, afhankelijk van de stand van de zon op je vijverfolie, gemiddeld 15 tot 20 jaar. Als je voor voldoende schaduw op de folie zorgt, kun je de levensduur aanzienlijk verlengen.

Vissen

Vissen maken een vijver aantrekkelijk. Toch kunnen te veel vissen in een vijver nadelig zijn:

  • Vissen en amfibieën gaan niet goed samen: vissen eten de eitjes en larven van amfibieën op
  • Een overdaad aan visvoer zorgt voor teveel voedingsstoffen in het water
  • Verder zijn vissen dikwijls ook bodemwoelers (vooral karperachtigen): ze maken het water dus troebel
  • Het belangrijke zoöplankton vermindert drastisch bij te veel vissen.

Te veel vissen in de vijver verstoren met andere woorden het natuurlijke evenwicht, waardoor filter, pompen en ander materiaal nodig zijn om het water proper te houden. Hou dus niet te veel vissen en voeder niet of heel weinig.

Voedingsstoffen

Te veel voedingsstoffen zijn slecht voor de waterkwaliteit: de afbraak van organisch materiaal (bladeren, takken, …) en voedingsstoffen verbruikt veel zuurstof en werkt verzurend. Plantensoorten die op het water drijven zoals kroos en algen zullen sterk toenemen en andere soorten verdringen. Als de zuurstofhoeveelheid sterk daalt worden giftige stoffen zoals ammoniak en waterstofsulfide (rotte eieren) gevormd.

Hoe voorkom je een overmaat aan voedingsstoffen? Door geen woekerende (invasieve exotische) planten te introduceren, vissen en eenden zo weinig mogelijk te voeren en door geen kunstmest te gebruiken in en rond de vijver. Het is belangrijk om afgevallen bladeren en afgestorven en woekerende planten te verwijderen. Doe dit ten laatste in september of oktober of op het einde van de winter (eind februari - begin maart). Dan verstoor je de winterslaap van waterdieren niet.

Voedselweb

Een stabiel voedselweb is uiterst belangrijk voor het evenwicht in de vijver en een goede waterkwaliteit. Wetenschappers beschrijven "het voedselweb" als een geheel van voedselrelaties in een levensgemeenschap.

Alles hangt aan elkaar. Planten, algen, fytoplankton en zoöplankton trekken allerlei diertjes aan als voedselbron of als plaats om eitjes te leggen. Deze diertjes trekken dan weer hongerige vissen, amfibieën of een reiger aan.

Waterplanten

Met inheemse planten in je vijver trek je dieren aan. Ze vinden er voedsel, schuilplaats of een plek om eieren af te zetten.

Niet-inheemse planten kunnen ook een plaatsje krijgen, maar woekerende invasieve planten zoals grote waternavel, parelvederkruid, waterteunisbloem, grote kroosvaren en watercrassula moet je altijd vermijden.

Zorg dat je telkens plantensoorten kiest uit vier categorieën:

  • oeverplanten
  • moerasplanten of amfibieplanten
  • ondergedoken zuurstofplanten
  • wortelende planten met drijfbladeren.

Wortelende planten met drijfbladeren

Wortelende planten met drijfbladeren zoals waterlelie zorgen voor schaduw in het water. Zo loopt de watertemperatuur niet te snel omhoog op een warme zomerdag.

Een hoge temperatuur zorgt o.a. voor meer algen en een lage zuurstofhoeveelheid in het water. Daarnaast zijn ze ook heel mooi en in trek bij heel wat dieren.

Zon

Je vijver moet voldoende zon krijgen. De richtlijn is: 2/3 van de oppervlakte moet in de zon liggen en je vijver zou minstens een halve dag in de zon moeten liggen.

Teveel zon kan oververhitting veroorzaken, wat o.a. leidt tot zuurstoftekort en dominantie van algen.

Zoöplankton

Zoöplankton is een verzameling van kleine, in het water zwevende of drijvende organismen: eenoogkreeftjes, watervlooien, larven van andere dieren, ...

Ze voeden zich o.a. met fytoplankton (algen en bacteriën) en organisch dood materiaal.

Zoöplankton is belangrijk als opruimers en als voedsel voor andere dieren.

Zoutgehalte

Strooi geen zout of kunstmest rond je vijver. Het zoutgehalte in het water heeft een negatieve invloed op het zuurstofgehalte.

Zuurstof

Zuurstof is levensnoodzakelijk.

De hoeveelheid zuurstof daalt bij een stijgende temperatuur en zoutgehalte en wanneer veel organisch materiaal en voedingsstoffen afgebroken worden.

Zuurtegraad van het water

De zuurtegraad beïnvloedt het zuiveringsproces.

pH is de maat voor de zuurtegraad. Zowel te zuur als te base is slecht. Als streefwaarde hou je aan: 6,5 <pH <8,5.

Controleren is de boodschap! Je vijver verzuurt immers bij de afbraak van organisch materiaal.

Zin in een heerlijk natuurlijke activiteit?

Een studiedag, een lezing of een begeleide wandeling: we organiseren heel uiteenlopende activiteiten voor verschillende doelgroepen. 

Grasduin dus zeker eens in onze kalender. Hopelijk tot binnenkort?